Geschiedenis
1923 – 2023
De Lichthoeve, levenswerk van twee doortastende dames anno 1923.
De Lichthoeve is het levenswerk van twee ondernemende vrouwen, Jacqueline Kuyck en Antoinette Verkerk.
Jacqueline Theodora Kuyck, geboren in 1892, was de jongste van een welgesteld Amsterdams gezin. Zij kreeg een behoorlijke opleiding en besloot op haar 18e om verpleegster te worden. Na het overlijden van haar ouders werd zij ziekenverzorgster in het Haarlemse Diaconessenhuis, en trad zij toe tot de Johannieter Orde, voortgekomen uit de bijna 1000 jaar geleden door kruisvaarders opgerichte Orde van het Hospitaal van Sint-Jan.
Later verplaatste haar interesse zich van de verzorging van lichamelijk zieken naar de geestelijke verzorging, en trad zij toe tot de “Vergadering van Gelovigen”, een gemeenschap van christenen die zich in de 19e eeuw heeft afgesplitst van de Anglicaanse Kerk. Het is duidelijk dat het geloof voor haar een belangrijke drijfveer was. Zij wilde een kindertehuis beginnen, maar wilde dat niet alléén doen.
Toen ontmoette zij de, iets oudere, Antoinette Verkerk, geboren in 1884. Antoinette bezocht de HBS in Haarlem. Ze verloofde zich met een katholieke jongeman, maar dat duurde niet lang en werd verbroken omdat de geloven onverenigbaar bleken. Zij bleek echter al zwanger, en in 1916 werd een dochtertje geboren, Cox. Door haar status van ongehuwde moeder verslechterde de relatie met haar ouders. Om in haar onderhoud te voorzien ging zij als verpleegster werken.
Zuster Kuyck schrijft in haar boek “Gods wondere wegen”, dat Antoinette haar vroeg: “Zullen wij samen een werk beginnen, waarmee wij de Heer kunnen dienen?”
In het voorjaar van 1923 zochten zij een huis in de omgeving van Santpoort, en vonden daar een verwaarloosde, uit 1904 daterende, boerderij.
Zuster Kuyck had geld van haar ouders geërfd waarmee zij het huis kon kopen. Zij noemden het huis “De Lichthoeve.”
Aanvankelijk exploiteerden de dames het huis als pension. Toen bekend werd dat zij kamers hielden begon het provinciaal ziekenhuis Santpoort steeds vaker een beroep te doen op beide oud-verpleegsters. Aan hen werd regelmatig gevraagd om zieken (o.a. tuberculose-patiënten) op te nemen en te verplegen.
De werkzaamheden van de zusters breidden zich uit. Kinderen, die door verschillende omstandigheden niet meer bij hun vader of moeder terecht konden, werden opgenomen.
Onder meer dakloze kinderen, wezen, kinderen van ongehuwde moeders, kinderen waarvan beide ouders moesten werken, werden om op te passen naar het tehuis gebracht; een BSO avant la lettre.
Ongehuwde moeders werden er tijdelijk opgenomen om te bevallen. Als ze dat wilden konden ze na de bevalling hun kind in het tehuis achterlaten. Het huis werd van rusthuis steeds meer een kindertehuis.
Die verandering maakte ook een verbouwing noodzakelijk, ook al omdat er steeds meer kinderen werden ondergebracht. Maar hoe kwamen de zusters aan de noodzakelijke financiën? Een echtpaar uit de buurt bracht oplossing: zij kregen een bedrag van f 15.000,- cadeau om de verbouwing te kunnen realiseren, en in 1926 werd een nieuwe vleugel aangebouwd. Deze deed dienst als ziekenhuisje voor de kinderen, klaslokaal, speelzaal, wachtkamer en kantoor voor Zuster Kuyck.
Maar het duurde niet lang tot ondanks de uitbreiding het huis opnieuw te klein werd. Het aantal verpleegdagen per jaar nam steeds meer toe: in 1930 was het gemiddeld aantal verpleegde kinderen op “De Lichthoeve” per dag 73. Op het hoogtepunt werd dit zelfs 80.
Door eisen van de overheid werd dit aantal teruggebracht tot ongeveer 60, nog steeds 10 meer dan de capaciteit.
Van 1928 tot 1931 werd dit probleem aangepakt door een huis in de buurt te huren.
Er waren echter ook voortdurend financiële zorgen.
Maar er kwamen door de jaren heen steeds meer giften binnen. Met die donaties kwam ook steeds vaker de eis om een vereniging op te richten om de financiële situatie te verantwoorden. In december 1926 werd daarom de vereniging “De Lichthoeve” opgericht, die nu nog steeds bestaat. Doelomschrijving: “Het verzorgen en opnemen van niet voldoende verzorgde kinderen en van vrouwen en meisjes, die hulp nodig hebben, en alles wat met één en ander in de ruimste zin in betrekking staat.”
Intussen was zuster Kuyck zeer actief in het geven van lezingen, het organiseren van bazaars, concerten en landdagen overal in het land om fondsen te verwerven. Zij kweekte daarmee enorm veel goodwill en gaf ruime bekendheid aan De Lichthoeve.
In 1925 werd het Steentjes-fonds in het leven geroepen. Dat leverde de grootste bijdrage aan de voortzetting van de werkzaamheden van “De Lichthoeve”.
Er werden correspondentschappen opgericht. Elke correspondent ging huis aan huis om “steentjes”, de maandelijkse bijdrage van een kwartje, op te halen bij de “steentjesleden”; zij gaven ook een maandblad van de Lichthoeve af. Correspondenten wierven ook nieuwe donateurs. In het hele land ontstonden ongeveer 40 correspondentschappen, die duizenden donateurs bereikten, van Haarlem tot Rotterdam en Groningen aan toe.
De oplage van het maandblad steeg van aanvankelijk 2000 stuks naar 7000 in 1932 en naar 8100 in 1941.
Hoewel iedereen zeer enthousiast was over de activiteiten van de Lichthoeve waren er ook wel negatieve reacties. Naar aanleiding daarvan is een onderzoek ingesteld door het bestuur van het Centraal Archief en Inlichtingenbureau inzake Maatschappelijk Hulpbetoon voor Nederland te Amsterdam. Een negatief advies om “De Lichthoeve” te steunen volgde.
Wat schortte er aan? De leiding van de Vereniging lag teveel in handen van de beide leidende zusters, het bestuur had te weinig invloed (er waren ook wel eens bestuursleden opgestapt om die reden, die hun ongenoegen naar buiten brachten), er was te weinig plaatsruimte voor de kinderen, men vond het onjuist dat er ook ongehuwde moeders werden opgenomen voor de bevalling, men vond de boekhouding onvoldoende, er waren geen jaarverslagen en er was geen rekening en verantwoording.
Dit advies was koren op de molen van de dominee van de Nederlands Hervormde Kerk te Santpoort, die in het verleden al meerdere pogingen had ondernomen om het huis te laten sluiten, met als achtergrond de botsende geloofsovertuiging. Vanaf 1915 was hij ongeveer twintig jaar Hervormd predikant te Santpoort.
In 1934 stuurde de dominee een brief naar de krant Het Vaderland, waarin hij De Lichthoeve veroordeelde, onder meer met verwijzing naar het genoemde advies. Hij riep op om niet te doneren aan De Lichthoeve.
Gezien de tegenstrijdige berichten over De Lichthoeve is de hoofdredacteur van de krant , dokter Rademaker, zelf een onderzoek op De Lichthoeve gaan instellen, met een volmacht om met de mensen te praten en de boeken in te zien. Zijn uitgebreide verslag in de krant had als conclusie:
“Wij hebben kortom geen dingen gezien, welke ons den moed zouden geven, steun aan de Lichthoeve te ontraden. Immers door die steun wordt ook de terecht gewenste technische verbetering alleen mogelijk.”
De negatieve kritiek heeft gelukkig niet geleid tot vermindering van de inkomsten van De Lichthoeve.
Tot nu toe heb ik het gehad over het onderkomen van De Lichthoeve in Santpoort-Noord. Vanaf 1931 hadden de dames Kuyck en Verkerk ook de beschikking over een houten vakantiehuis op de heide in Garderen, met de naam “Zonneland”. Er werd een plan gemaakt om met het kinderhuis te verhuizen naar een nieuw te bouwen huis op het terrein naast huize Zonneland. Het huis in Santpoort was te klein geworden en nogal onpraktisch. Ook werd men door de tijd heen steeds meer ingebouwd door het dorp. En de omgeving van de Veluwe was –zo dacht men- voor de kinderen gezonder. En bovendien was het leven in het Gelderse veel goedkoper.
Er werd driftig gespaard en er kwamen enkele legaten binnen.
Tijdens de oorlogsjaren bleven zeer veel donateurs De Lichthoeve steunen. Het boekjaar van zowel 1940 als 1941 werd zonder een tekort afgesloten.
Zuster Kuyck had zich regelmatig kritisch geuit over de Duitse bezetter. Een N.S.B’er, die het kinderhuis weg wilde hebben, kreeg medewerking van de Duitse overheerser om het tehuis met 60 kinderen binnen tien dagen te laten ontruimen. In mei 1942 verhuisde men naar Garderen, na alle openstaande rekeningen in Santpoort betaald te hebben. De kinderen werden ondergebracht in huize Zonneland en de nabijgelegen huizen “Heidebloem” en “Heidevreugd”. Geleidelijk kwamen er steeds meer kinderen. Uiteindelijk woonden er op Zonneland 18 kinderen, waarvan 13 Joodse, waaronder een baby, die Jacqueline had gestolen uit het ziekenhuis in Haarlem, en die zij als bundeltje kleren onder haar habijt verborgen had gehouden. Men deed alsof de kinderen pleegkinderen van zuster Kuyck waren en dat ze geëvacueerd werden omdat hun vorige woning in een spergebied kwam te liggen.
Beide zusters werkten ook voor de ondergrondse, waarvan enkele leden in het kinderhuis onderdak kregen.
In de omgeving waren de Duitsers, evenals verraders, actief op zoek naar Joden en leden van de ondergrondse, dus er was voortdurend gevaar. De meeste kinderen waren nog klein, maar de oudere kinderen werd op het hart gedrukt om niet te vertellen hoe zij heetten. Op het terrein van “Zonneland” was een gat gegraven, waar leden van de ondergrondse een schuilplaats hadden. En in een grindkuil lagen wapens verstopt. In oktober 1944 hoorden de dames dat zij waren verraden door N.S.B’ers en wisten zij dat ze werden gezocht.
Om de Joodse kinderen in de “Heidebloem” niet in gevaar te brengen, bleven zij in hun eigen huis. De Duitsers vonden de schuilplaats, maar de meeste leden van de ondergrondse waren al gevlucht. Jacqueline werd gearresteerd, hoewel ze had kunnen vluchten. “Zonneland” werd platgebrand. Jacqueline kwam in de gevangenis in Apeldoorn terecht, waar zij tot maart 1945 werd vastgehouden en –zonder iets los te laten- regelmatig werd verhoord. Vandaar is zij naar Westerbork getransporteerd. In april 1945 werd zij samen met ca. 100 politieke gevangenen onderweg op een mars naar Ravensbrück achtergelaten.
In 1952 heeft zuster Kuyck uit handen van burgemeester Des Tombe van Apeldoorn het militair oorlogskruis opgespeld gekregen vanwege haar verzetswerk.
Zuster Verkerk bleef in Garderen voor de kinderen zorgen. Els, de geadopteerde dochter van zuster Kuyck, hielp als 16-jarig meisje de jonge mensen van de ondergrondse te verbergen en te zorgen voor de Joodse kinderen.
Na de oorlog werd met vrienden en sympathisanten vanaf 1950 “De Lichthoeve” weer opgebouwd. Het nieuwe gebouw bood ruimte aan 60 kinderen.
Maar maatschappelijke veranderingen in de zestiger jaren luidden de teloorgang van het kindertehuis in. Men vond dat kinderen meer baat hadden bij opname in pleeggezinnen. In 1977 was het aantal opgenomen kinderen gedaald tot 10; het bestuur moest het huis sluiten.
Op een bijeenkomst van contribuanten werd besloten tot een bestemmingswijziging. Men zag mogelijkheden voor het huis als vakantieverblijf voor verstandelijk gehandicapten, en daar werd, ook door de ouders van gehandicapten, ruim gebruik van gemaakt.
Na verloop van tijd bleek dat aan de huisvesting van een vakantieoord andere eisen werden gesteld dan aan een kindertehuis. Er zou verbouwd moeten worden, men wilde kamers alleen, met douche, en in de wintermaanden werd fors omzetverlies geleden. In 1988 werd het 65-jarig jubileum nog gevierd, maar in 1989 viel het doek en is het huis verkocht. Koopster was de Bilderberg groep, je kunt er tegenwoordig worden ontvangen in Hotel Residence Groot Heidenborgh.
Tot het einde van hun leven woonden de zusters op “Zonneland”, dat zuster Kuyck door een uitkering van de Stichting 1940-1945 heeft kunnen herbouwen. Zij overleed in 1973; zuster Verkerk was al overleden in 1964.
Met de opbrengst en met een bijna gelijktijdig ontvangen erfenis werd in 1989 de stichting “De Lichthoeve” opgericht, waarbij de doelstelling werd veranderd: de huidige stichting verstrekt een financiële bijdrage aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, voor wie de extra kosten van een vakantie niet of moeilijk zijn op te brengen.
De huidige stichting is nog steeds actief. Het kantoor is gevestigd in Garderen, waar twee medewerksters parttime werkzaam zijn. Er is een bestuur “op afstand”, momenteel bestaande uit vijf personen, dat zo’n vier à vijfmaal per jaar bijeenkomt. Tussendoor ook telefonisch contact.
Daarnaast bestaat de oorspronkelijke vereniging nog steeds. Dit is onder meer van belang omdat de vereniging bij tijd en wijle een legaat ontvangt. Eenmaal per jaar vindt de jaarvergadering plaats. De leden bestaan hoofdzakelijk uit bestuursleden en oud-bestuursleden van de stichting.
Naast de genoemde vakantiebijdragen subsidieert de stichting projecten in het kader van de zorg voor mensen met een beperking. Projecten zoals bijvoorbeeld de organisatie van een cursus huifbedrijden. En het Mnero Mission Hospital in Tanzania ontving geld voor de realisering van een aparte aanbouw-ruimte voor de opvang van gehandicapten (een gestigmatiseerde groep in dat land, waar nauwelijks voorzieningen voor worden getroffen).
Het is inmiddels al weer meer dan tien jaar geleden dat wij als bestuur van De Lichthoeve een bijzondere bijeenkomst mochten bijwonen: van mevrouw Siegerist, kleindochter van zuster Verkerk, kregen wij bericht dat aan haar grootmoeder en aan zuster Kuyck wegens het in de oorlog redden van 13 Joodse kinderen de hoogste Israëlische onderscheiding, de Yad Vashem-onderscheiding, was toegekend, en dat de bij die onderscheiding behorende medaille en oorkonde tijdens een officiële ceremonie in de 17e-eeuwse Portugees-Israëlitische Synagoge te Amsterdam door de Israëlische ambassadeur aan de nabestaanden zou worden overhandigd. Zij nodigde ons uit om, namens De Lichthoeve, bij die ceremonie aanwezig te zijn. Het was een zeer indrukwekkende bijeenkomst waarbij 24 mensen werden geëerd.
De namen van Jacqueline Kuyck en Antoinette Verkerk waren een jaar daarvóór als “Rechtvaardigen onder de Volkeren” bijgeschreven op de Eremuur in de Tuin der Rechtvaardigen van het monument Yad Vashem in Jeruzalem.
De Israëlische ambassadeur benadrukte in zijn toespraak tijdens de plechtigheid het belang van dit soort moedige mensen voor de staat Israël. Met elk kind dat toen gered werd is ook de wereld gered, aldus de ambassadeur.
De naam YAD VASHEM is overigens ontleend aan een Bijbeltekst uit Jesaja (Hsk 56, vers 5:)
“ Ik geef hun in mijn tempel en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam …… ik geef hun een eeuwige naam, een naam die onvergankelijk is.”
De Stichting is er trots op het werk van de Zusters voort te kunnen zetten, zij het op een andere manier dan oorspronkelijk bedoeld.
Bronnen o.m.
- een artikel in “De Zandpoort”, uitgave van de Stichting Santpoort, sept. 2009, getiteld: “Kindertehuis “De Lichthoeve”, Een gezin van 80 kinderen in Santpoort-Noord”, door R.Reurings, C.Moolenaar en J. Diekstra,
- archief van de stichting De Lichthoeve en van de vereniging De Lichthoeve.